Direct na de opheffing van het verbod stonden Cubanen met hun neus
tegen de ramen van een kleine elektronicawinkel in Havana. Maar slechts een
aantal kan de computer betalen. De pc kost circa $780, dat is meer dan de
Cubaan met een gemiddeld inkomen van $20 per maand zich kan veroorloven.

Momenteel is er een enkel model in het land voorradig. Dat is uitgerust met
onder meer een Intel Celeron processor en het besturingssysteem Windows XP.
De onderdelen worden vanuit China geïmporteerd en vervolgens zet men de pc
op Cuba in elkaar.

Met het gebruik van de Intel processor en het besturingssysteem van Microsoft
is het Amerikaanse handelsembargo overtreden. Maar bij gebrek aan
diplomatieke betrekkingen met Havana is het nog maar de vraag of Washington
hier iets tegen kan beginnen.

Internet is slechts beschikbaar op scholen en bepaalde werkplekken.
Hierbij wordt gebruik gemaakt van een satellietverbinding met beperkte
bandbreedte, een dure grap voor de regering. Vanwege het handelsembargo van
de Verenigde Staten kan men geen gebruik maken van het onderzeese
kabelnetwerk.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl